WAGENMAKERIJ

 

Johannes Hitters, geboren op 30-4-1889 te Raamsdonk, en Pieternella Johanna Proost, geboren op 1-2-1891 te Geertruidenberg, trouwen op 12 augustus 1914 in Geertruidenberg.

Johannes was, net als zijn vader Christiaan Hitters (1858-?) zijn grootvader Matheus Hubertus Hitters (1835-1916) en zijn overgrootvader Christiaan Hitters (1799-1877) wagenmaker.  

In 1915 hebben Johannes en Pieternella een eigen wagen- en rijtuigmakerij in Gemert (Haageijk 3). Daarnaast runnen ze een 'modemagazijn van damesartikelen'.

In Gemert krijgen ze twee kinderen,  Jac (1916) en Mariet (1918).

In februari 1920 wordt de inventaris, en eind maart het pand in Gemert te koop aangeboden, zo blijkt uit oude krantenberichten:

De Zuid-Willemsvaart, 21-2-1920:

'Op Vrijdag 27 Febr. 1920, voorm. 10 uur, te Gemert, ten verzoeke en ten huize van J. Hitters, aldaar, à contant, wegens opheffing der zaak, de navolgende winkelgoederen: jongenspakjes en blouses, kindermanteltjes, kleedjes, truien, damesrokken, schorten, sporthemden, boezeroens, hansoppen, broeken, nachtjapons, hemden, lijfrokjes, borstrokken, onderlijfjes, rokken, lakens, zakdoeken, halsdoeken, sokken, kousen. Flanel, graslinnen, gekleurde stoffen, moltons, garneeringen, haarlint, band, kantstof, galon, fluweel, kraagjes, boorden, fronts, corsetten. Garens, maaswol, machinezijde, haakpennen, diverse knoopen, handschoenen, dassen, sajet, barets, kinderhoedjes enz.'

 De Zuid-Willemsvaart, 20-3-1920:

'De notarissen van Alphen te Helmond en Eijcken te 's-Hertogenbosch zullen op Dinsdag 30 maart 1920, om 5 uur, bij de Wed F. v Lieshout te Gemert voor J. Hitters aldaar publiek verkoopen: zijn solied gebouwd en goed onderhouden groot huis met werkplaats, loods, erf, tuin, gelegen te Gemert, hoek Prov weg naar Erp aan Beverdijk met uitgang naar den Prov. Weg, waarin goed beklante wagenmakerij en winkelzaak in confectieartikelen. Geheel electrisch verlicht, geschikt voor velerlei doeleinden groot 352 m2, naast Wed. F. v Lieshout v.n.d; te aanvaarden Pinksteren 1920: Betaaldag 19 Juni 1920.'

Op 20 mei 1920 verhuist de familie Hitters-Proost naar de Molenstraat nummer 15 in Den Bosch. Achter dit huis was een binnenplaats, en vervolgens (om de hoek) een loods die uitkwam op de Sint Jansstraat nummer 8. Het huis lag dus tussen de Binnendieze en de Dommel.

In de jaren twintig bouwt, repareert, schildert en polijst J Hitters-Proost hier rijtuigen, automobielen, een salon-woonwagen, buggies, bakkerskarren, electrische en eerste klas tweewielige rijtuigen, tilbury's, handkarren, eggen, auto-omnibussen, camionwagens, lijkwagens ('voor Putters op de Koningsweg') luxe wagens, bestelwagens voor brood, voermanskarren, ventwagens, stortkarbakken, wielen, luxe vrachtwagentjes en luxe renkarren en driewielers voor transport met zware ballonbanden, zo blijkt uit oude advertenties.

In 1924 krijgt de firma een hinderwetvergunning voor de plaatsing van een electrische boormachine:

'HINDERWET

Burgemeester en wethouders van 's-Hertogenbosch; gezien de aanvrage en bijlagen van:
J. Hitters, rijtuig- en wagenmaker, alhier, om vergunning tot het plaatsen en inwerkingstellen van een electromotor van 5 1/2 P.K. voor het drijven van een nieuw te plaatsen Van diktebank en het verplaatsen van een bestaanden electro-motor van 3 P.K:, dienende tot het drijven van een nieuw te plaatsen boormachine, een en ander in en ter uitbreiding zijner wagenmakerij, gevestigd in het perceel, kadastraal bekend gemeente 's-Hertogenbosch, sectie G. No 5683, gelegen langs de St. Janstraat no. 8, alhier;'

Midden jaren twintig neemt J. Hitters-Proost deel aan bakkerij-beurzen.

'Deze electrische Rijtuig- en Wagenfabriek exposeert een dot van een bestelwagen voor brood. Goed geventileerd, is deze wagen practisch ingedeeld en gesloten met twee deksels. Hij ziet er keurig uit; een rijdende reclame, is stevig en loopt buitengewoon licht.'

In 1929 stapt de wagenmakerij in de fietsenhandel:

'NIEUWE RIJWIELZAAK

De heer J. Hitters-Proost, reeds bekend om zijne wagenmakerij in de St. Jansstraat 8, heeft aan zijn bedrijf thans verbonden eene rijwielzaak. In het pand Molenstraat 15, voorperceel der wagenmakerij, heeft hij thans geëtaleerd eene collectie rijwielen, te kust en te keur, in diverse merken, waar vooral het woord "Magneet" de grootste "aantrekking" vormt. De ruime winkel leent zich buitengewoon voor eene dergelijke installatie, waarbij de beide groote vitrinen eene ruime belichting geven. Aardige bloemstukken geven aan het geheel een bijzondere attractie, waardering voor het streven van den eigenaar.'

Eind dat jaar worden er ook  kachels, haarden en fornuizen te koop aangeboden door J.Hitters-Proost.

Zoon Jac, een fervent wielrenner, begint later een eigen fietsenmakerij aan de Binendieze, tegenover het ouderlijk huis in de Molenstraat.

In de jaren twintig krijgen Johannes en Pieternella nog vijf zonen: Christ (1920), Jan (1923) Leo (1925), Herman (1927) en Rien (1929). In de jaren dertig worden er nog twee kinderen geboren: Leny (1931) en Thijs (1932).

In de jaren dertig worden de wagenmakerij en fietsenhandel voortgezet. Kort voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog heeft de firma Hitters-Proost nog een aantal wagens voor het Nederlandse leger gerepareerd. Omdat het leger in alle chaos de reparatie niet betalen kan, krijgt de familie Hitters een paar kofferwagens met bonen, waar ze de hele oorlog van gegeten hebben.

 

Advertenties

Familie Hitters-Proost